image/svg+xml

Deel 9 - Getuige van... een levensbeslissing...

Verhaal

Deel 9 - Getuige van... een levensbeslissing...

Plaatje bij verhaal: header3_7.jpg

Iedere dag haalde ik brood bij bakker Meierink. Dan liep ik langs Levers, onze buren die een CENTRA-kruidenierswinkel op de hoek van de Marktstraat en een drankenhandel, met frisdranken in de Kerkstraat hadden. Hun dochter Gerrie Levers was getrouwd met de zoon van het eerste hoofd van onze school de heer Mulder. In de Kerkstraat woonde Sonja Vunderink, een rustig maar aardig meisje van mijn leeftijd die ik graag aankeek. Op de andere hoek die de Noordwalstraat in ging, was de winkel van Smeenk, de SPAR. Daar tegenover was een sigarenwinkel waar ik jaren later, toen ik m`n oom en tante bezocht, m`n hoofd eens te diep voorover boog om m`n shaggie van een vuurtje te voorzien van de vlam, die op een speciale standaard stond en m`n haar voor een moment vlam vatte. Een beetje verschroeid en dat kon je best ruiken, maar het ging gelukkig goed. In die zelfde Noordwalstraat woonde Hans Vos, waar ik graag en veel mee speelde in de middenjaren van de lagere school, totdat op een vrijdag tegen de avond, toen het tijd was om naar huis te gaan, en ik bij hun achterthuis op de grond zat, mij gevraagd was om naar huis te gaan. 

Op de een of andere manier heb ik het niet begrepen. Het waarom blijft me een raadsel. "Meneer" Vos, Hans z`n vader kwam in een andere stemming en begon me onder m`n voeten te schoppen met het gevolg dat ik niet meer wilde opstaan. Hij bleef schoppen totdat ik huilend van pijn wel opstond. Nadat m`n tranen gedroogd waren ben ik weer naar m`n oom en tante gegaan om te eten, maar heb het hun nooit verteld. Bert van Aussem, je had zwart haar en een donkere bril en je duikt plotseling in m`n herinnering op. Bij mij op school in de klas zat ook een allervriendelijkste, magere tengere, maar toch ergens een heel sterke persoonlijkheid waar ik toch een bepaald medelijden mee had vanwege zijn verleden. Ergens hoorde ik, dat hij geadopteerd was in het gezin van z`n "broer" Cor Hilbrink aan de Julianastraat. `k Hoorde dat z`n ouders in 1940 tijdens de tijd rond de bombardementen in Rotterdam om het leven zijn gekomen. Toen wij dan ook op onze schoolreis in Rotterdam waren, werd ons ook het monument van de kunstenaar Zadkine getoond, van het hart uit de stad, wat heel indrukwekkend voor me was en ik me eigenlijk wel bewust of onbewust afvroeg, wat er in Hans Worsteling omging. Wij zaten toch ook gezamenlijk op gymnastiek. Op diezelfde gymnastiek zat ook Gerrit Dijkman. Een persoonlijkheid die altijd zo "recht door zee". bij me overkwam. Aan de Molenstraat woonde Jan Dijkman die ik al kende vanaf de lagere school. Ooit viel hij eens uit de touwen bij het touwklimmen in de gymnastiekzaal van ULO Woolde en verbrijzelde z`n arm. Hij heeft een tijd in z`n mutella rond gelopen, maar het is allemaal weer goed gekomen.

Zelf hield ik van touwklimmen. Ja, ik wilde zo graag naar de Koninklijke Marine in die jaren en bij het touwklimmen voelde ik me al echt in die atmosferen. `k hield van de schipperslag. Die song van Dorus Tom Manders: "Het is gezond voor je lijf en je leden, bij de marine is er niemand ontevreden", die werkte op je in. De sportleraar op Ulo Woolde was een kleine vriendelijke man wiens enthousiasme op je inwerkte. `k Genoot van zitvoetbal. Het was wel een belevenis in een keer van de lagere school naar de Ulo. We waren in feite nog van die ukkies. Zo werd ik ooit eens net voor het begin van de middaglessen opgepakt door een paar van die grotere jongens die me toen met z`n allen op een grote deken in de lucht lieten veren midden op het schoolplein. En een lol dat er was. Ook zijn we na de morgenpauze eens te laat om bij de bel naar binnen te gaan, snel door het open raam, de klas weer binnen geklommen met de gehele klas. Het leek of er een romance was tussen Johan Sterenborgh en Annelies Hensen, een schoonheid. Dan was Jantje Naafs verliefd op Willie de Vries en Patrick Koopmans op Willie Leerkamp. Het was heel leuk te zien, hoe laatstgenoemden, de armen om elkaar heen sloegen voor een moment, terwijl ik achter hun fietste, ze toen stopten om hun afscheid te kussen, ik dan wachtte en later gezamenlijk met Patrick verder naar Delden terug fietste. Helen, Patrick`s zuster was ook een mooie meid met haar beetje olijfkleurig getintte huid en mooie bril met kort jongensachtig zwart haar. M`n vriend Jan van Coeverden en Marietje ter Haar, van de kolenboer aan de Bornsestraat, waren ook verliefd. In die tijd was het een "mode" of gewoonte om de sturen van onze fietsen andersom te zetten met de handvaten naar boven. Jan van Coeverden deed het en toen aapte ik hem na omdat ik dat ook leuk vond.

Op weg naar Hengelo kwam ik op een woensdagmiddag ten val en viel zo dat het handvat van m`n stuur echt diep in m`n maag kwam met het gevolg dat ik me knap beroerd voelde, zowel op school als de rest van de dag. Wonder boven wonder was alles nog in takt. Oom Lex had in de tussentijd een mooie nieuwe auto gekocht. Een Chevrolet Corvair, zo mooi hemelsblauw met een een wit dak en zo mooi laag bij de grond. Als ik zo af en toe eens met hem mee mocht rijden naar Holten, om ergens botten te brengen, en we aldaar op bezoek gingen bij "oom"(naam ben ik vergeten) en "tante" Dora, ook zulke lieve mensen, dan genoot ik van de tocht. We" gleden" over de weg. Langs Goor, de Herikerberg en Markelo, waar je de lichtjes van de televisietoren kon zien. M`n oom had dan de autoradio aan met de muziek van Radio Luxemburg en dan voelde ik me in de "hemel". Toch kon ik ook toen nog genieten van de mooie uitstapjes die we met het Dafje op `s zondagsmiddags maakten. We reden wel eens van Nijverdal naar Holten of andersom van Holten naar Nijverdal met die prachtige uitzichten ergens halfweg, zo mooi rustig. Ooit hebben we eens een kijkje genomen op de Canadese begraafplaats. Er is een film die bij me blijft en dat is "De Jantjes", toch wel uit het leven gegrepen. M`n moeder luisterde graag naar "de bonte dinsdag avondtrein", een comedy met Willie Walden en Piet Muyselaar die ook "Snip en snap" deden en dat vond ik nu leuk. Ze waren in hun eigen soort eigenlijk een Nederlandse Stan Laurel en Oliver Hardy voor mij. Alleen er aan te denken maakt je al weer aan de lach. Het was zo ongeveer de overgangstijd van de "rock en roll" naar de beat en ik kwam wel eens bij meneer Bokhoven, een klein magere vriendelijke man, die een heel klein schoenwinkeltje had, juist om de hoek van m`n oom en tante. Hij liet me heel trots de electrische gitaar van z`n zoon Willie zien die verkering had met een Indisch meisje uit Hengelo. Hij speelde waarschijnlijk tezamen met haar broertjes in een van de Indo-rock bandjes. Ik keek wel even verwonderd want ik had tot op dat moment nog nooit bewust iemand met een andere huidskleur gezien.

Er waren twee kappers in Delden, kapper Poelman bij de Markt aan de Kortestraat, die me ooit eens vertelde dat een glas bier dezelfde calorieën had als twee boterhammen, en kapper de Jager, wiens zoon Johan de Jager zo`n echt groot drumstel had waar ik hem wel eens op hoorde oefenen. Z`n gezicht blijft me altijd bij, evenals z`n ouders, die dat jonge van de "rock en roll" uitstraalden. Aan de andere kant van Delden, over de spoorlijn in wat men de "nieuwbouw" noemde, in de buurt van de Prins Bernhardstraat, woonde Jensen Lula die bij mij op Ulo zat. Hij kwam oorspronkelijk uit Zweden en de twee vriendelijke broers Karel en Bernd Schot die ook gitaar speelden en "furore" maakten in The Spiders uit Hengelo. De sterren die toen straalden waren Peter Koelewijn en z`n Rockets, met het bekende "Kom van dat dak af". Wat ik heel mooi vond was z`n "Oh Marijke". `k hoorde die platen thuis bij Jan van Coeverden waar ze een pick-up hadden. Anneke Gronloh zong heel mooi. Het- "Brandend zand", "Soerabaya" en "Paradiso", waren absolute toppers voor mij, die ik nu nog mooi vind. Dan Ria Valk, met haar "Rockin Billie" en "Hey hey Tommy, uit Tennessee". "Zachtjes tikte de regen tegen het zolderraam" met Rob de Nijs en "De winter was lang" met Willeke Alberti en haar vader Willie Alberti, dat kleine mannetje met die reuzen stem", die op een zondagmiddag op dat grote podium van het Concertgebouw in Hengelo, zo mooi in het Italiaans z`n "Ciao Bambambina" zong. Het lied uit Amsterdam, "M`n wiegje was een stijfselkissie" van Rika Jansen, ja dat raakte me toen al, ook al begreep ik het niet helemaal, maar je voelde het. Cliff Richard heb ik dankzij Jan van Coeverden en Eduard leren kennen. Eduard creëerde toen al zijn eigen "Hemelvaartskapsel", zoals hij het zelf noemde.

Waarschijnlijk geïnspireerd, door het fenomeen "vetkuif", want hij gebruikte toen een behoorlijke portie "brylcream". Helga hield het meest van klassieke muziek maar ze had ook platen van The Barry Sisters, zoals "Bei mir bist du schon", wat heel mooi "Jiddisch" was en Toon Hermans deed het zo mooi met "Waar is die slinger van m`n ouwe grammofoon, waar is die slinger, waar zal die zij-hij- hij-hijn? Waar is die slinger van die ouwe grammofoon? Zonder die slinger geeft dat ding geen toon. Zoeken zoeken maar....",enz. en Wim Kan. Ze was veelzijdig. Dan had ze Catharina Valente. M`n vader hield van Joseph Schmidt die "Ein Lied geht um die welt..."zong. Heel erg indrukwekkend allemaal. Een plaatje waar hij heel dol op was was Laila van de Regento Stars, een Duits tekst over een soldaat van het Franse vreemdenlegioen die een ode geeft aan een exotische vrouw die hij op zijn trektocht ontmoet. "Oh Laila, nur die eine Nacht erwohne mich, kusse mich und quele mich, denn ich liebe nur dich, oh Laila". Carla hield van Pat Boone en Harry Belafonte. Een van haar favoriete songs was Tom Dooley. Toen Elvis Presley in Duitsland onder de wapenen was, speelde hij in de film G.I.-blues met de bekende songs "Muss i denn" en "Love me tender", die ik in die jaren gezien heb in een schoolvakantie met m`n zuster Carla op een winterse zondagavond in het Kieveling-Theater, tegenover het station van Lingen in de Bahnhofsstrasse. Loodrecht bij het station kwam de straat, waaraan het postkantoor lag uit. M`n vader had daar een postbus: Postfach 125 en als je hem belde dan zei hij altijd: "Lingen, die ZWO, DREI, SECHS, NEUN".  

M`n vader had drie verschillende auto`s, een Opel vierdeurs personenauto, een Ford Transit bestelbusje, met ramen en zijn twee kentekennummers. Eerst had hij een grijs busje met het kenteken LIN-S-285. Later had hij een licht aqua-groen busje met het kenteken LIN-AA-38. Met een van die busjes zijn wij en de familie Kerkhof uit het nabijgelegen Salzbergen een dagje uit geweest naar de Duitse Noordzeekust. Het plan was om naar het eiland Langeoog te gaan maar we waren daar te laat voor. Toch zijn we even lekker aan zee geweest. Op de heenweg zijn we bij een restaurant met een heel klein dierentuintje geweest. Ze hadden daar een klein jong olifantje, maar die was behoorlijk van slag, aan het toeteren en beuken tegen het hek. Wat een enorme kracht zo`n jong olifantje al had. Dan had m`n vader nog een Opel met laadbak. Hij vulde ook iedere week de Lotto in en was heel goed in hoofdrekenen. `s Zondags gingen we meestal uit eten. Dan waren z`n schoenen mooi gepoetst en had hij een mooi pak aan. Zelf had ik ook een pak aan van het merk Muller Wipperfurth. met mooie lakschoenen. In doordeweekse dagen was hij het liefst op z`n pantoffels of anders bij het inzouten van koevellen in laarzen. Op de laatste dag van een van m`n schoolvakanties, bracht m`n vader me terug van Lingen/Ems naar Delden, maar voordat we naar Delden gingen, gingen we eerst langs m`n moeder. `k hoorde dat m`n vader en moeder een onenigheid hadden over het afstand doen van m`n zusje Mieke (Stephany) die geboren was in februari 1945. Ze was met het doktersgezin, de familie Panhuysen uit Borne, die zich over haar ontfermd hadden, zo begin vijftig naar Australië geëmigreerd. M`n moeder wilde geen afstand nemen. Welke moeder wil dat wel? Dus dat kon ik me toen heel goed begrijpen maar m`n vader moest toch haar handtekening hebben. En daar stond ik dus. In feite ging het allemaal over me heen. M`n vader zei dat we hier niets voor haar zouden kunnen doen en dat ze het daar goed had en in de praktijk en verstandelijk had hij gelijk. Aan de andere kant was daar het emotionele moederlijke van m`n moeder waar ik ook begrip voor kon opbrengen. Daarna reed m`n vader met mij naar Almelo, naar het gerechtsgebouw en vroeg mij in het busje te wachten. Toen hij terug kwam was er afstand van Mieke (Stephany) gedaan. Het was ook toen voor mij wel een vreemde ervaring maar het is toch wel goed geweest. Het was uiteindelijk het beste voor Stephany, die hier niets van afwist, gedaan kon worden. Toen m`n zuster Carla examenbal had voor het slagen op de ULO, mocht ze schoenen en kledij aanhebben van tante Lenie die toen nog leefde. Een tijd later kreeg ze een baan bij boekhandel Broekhuis in Hengelo. Ze had van haar hobby haar beroep gemaakt en zou dat de rest van haar leven doen.......

Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder de John Jacks, freesound group The Rabbits, Teach in en Balance. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1998, in Australië.

Auteur:Herman Hanauer
Trefwoorden:ULO Woolde, Chevrolet Corvair, Bonte dinsdag avondtrein, De Jantjes, Willie Walder en Piet Muyselaar, Snip en Snap, The Spiders, Anneke Gronloh, Ria Valk, Rob de Nijs, Lingen, Delden, Koevellen

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.