image/svg+xml

Deel 5 - Suikerzakjes, sigarenbandjes en hup Holland hup...

Verhaal

Deel 5 - Suikerzakjes, sigarenbandjes en hup Holland hup...

Plaatje bij verhaal: header3_3.jpg

Oom Lex ging op een bepaald moment met tante Lenie naar Hengelo verhuizen, alwaar hij een pand had vlak naast garage Bleeker aan de Deldensestraat. In dat zelfde pand woonde oom Leopold en tante Ida Portje. Ze hadden ook een zoon Hans Portje, die geboren was met een invaliditeit. Z`n ouders waren erg lieve oudere mensen, die hun zoon alle liefde gaven wat ze maar konden. Hij ging, net zoals een overbuurjongen van ons in Delden, Dirk Bussink, naar een speciale school waar ze o.a. mattenkloppers in elkaar vlochten. Dan was er in Delden Harrie Bruins, een, wat men wel "stadsfiguur" zou kunnen noemen.

Hij stond daar iedere dag naar het verkeer in de Langestraat te kijken. Z`n ouders beheerden het sigarenwinkeltje op de hoek van het marktplein. Schuin tegenover m`n ooms huis aan de Deldensestraat daar woonde de familie van Gelder, de gebroeders van David en Sammy van Gelder, die tezamen een paardenslagerij beheerden. Sammy van Gelder, de vader van Maurice, was een heel gezellige man. Z`n broer en diens vrouw werden door de kinderen oom David en tante Miep genoemd. Zus, de vrouw van Sammy, was een dochter van de familie Cohen uit Delden die vlak bij het spoor aan de Stationsstraat in Delden woonden, waar oom Bennie z`n eerste "Daffodil", wat de eerste automatische, dus zonder versnelling gebouwde autootje van de DAF, stalde in het nabij gelegen complex garageboxen, waarmee wij op mooie zondag middagen wel eens tochtjes gingen maken. Soms langs verschillende kastelen zoals in Diepenheim en in Vorden. We gingen af en toe ook ergens voor een kopje of glaasje wat drinken. Zelf dronk ik graag een flesje chocomel, dat was van Nutricia met het gele papiertje er omheen. Als m`n tante en oom dan hun koffie of thee ophadden dan mocht ik altijd de suikerzakjes behouden, waarvan ik een enthousiaste verzamelaar was. Zo verzamelde ik in die tijd ook sigarenbandjes, etiketten van luciferdoosjes en de kaartjes van voetballers, die je bij kauwgum kreeg. Het waren kwartetten. Dus vier kaarten van verschillende clubs, of waren het nationale elftallen? `k Kan me wel herinneren dat de karikaturen heel mooi getekend waren. Zo kan ik me de karikaturen herinneren van doelman Eddie Pieters `sGraafland, van Feijenoord, keeper Piet De Munck van DOS uit Utrecht, Abe Lenstra van Sportclub Enschede of het Nederlands elftal en nog een paar namen zoals Helmuth Rahn, Fritz Walter en Uwe Seeler uit Duitsland en dan had je Puskas, Gento en Di Stephano van Real Madrid en Henk Groot van Ajax en Faas Wilkes.

We gingen ook wel eens naar tante Truus in Zwolle, wiens zoon Igor Cornelissen een grote indruk op me maakte. Ja, hij was later onderredacteur van de krant Vrij Nederland, een van de verzetskranten tijdens de 2e wereldoorlog van het "eerste uur". Hij had een pick-up en dan liet hij me platen van Louis Armstrong horen, met z`n mooie stem en trompet. Ze hadden ook een lieve hond Fatso. Z`n broer Wil was getrouwd met Aleid. Zij leefden in Bilthoven, waar hij onderwijzer was. Het was altijd een leuke dag en ik genoot van de tocht, die via Almelo ging en zo leerde ik alle plaatsen uit het hoofd en droomde lekker weg als ik op de achterbank door de achterruit naar de auto`s keek die achter ons reden. Dat was entertainment op zich. Voordat we met de auto gingen ben ik eens op een woensdag midden in de week met tante Clara per trein naar Zwolle gereisd. Dat was eerst met de trein naar Hengelo en dan met de "stoomtrein", met een ouderwetse stoomlocomotief en rijtuigen vanwaar je bij elk compartiment aan twee kanten in en uit kon stappen, verder naar Zwolle. Dan waren er zondag middagen ,dat we lekker thuisbleven. M`n tante maakte dan een lekker kopje thee in mooie Chinees porseleinen kopjes. Het was een speciaal gevoel als je daaruit dronk. Er waren chocolaatjes, pinda`s, rozijnen en dadels. Oom Bennie las de Uitkijk en boekjes van Havank en zo kon het best behaaglijk zijn als het koud was,je de sneeuwvlokjes zag dwarrelen en naar het vlammenspel van de haard keek, door de mica-glazen raampjes, waarvoor ik af en toe wel eens een kit met kolen vulde in het groene houten kolenschuurtje dat achterthuis was. De wc was ook achterthuis naast de koelmachine, die vierentwintig uur per dag actief was om de koelkast van de winkel draaiende te houden. Jaren later, in m`n ULO- tijd, was er eens een monteur voor de koelmachine die een mooie vuurrode brommert had en dan ken je dat liedje wel: "Hij kon het lonken niet laten....",nu die hij, die dit nu aan het typen is werd echt verliefd op die vuurrode brommert en ging, terwijl die monteur niets in de gaten had, heel stilletjes met die brommert op stap, de Langestraat op tussen het drukke verkeer. Nog een wonder dat het allemaal goed ging. Hij had nog nooit op zo`n ding gezeten.

Toen hij terug kwam stond de monteur te wachten en moest hij heel snel naar boven voor huisarrest. Zelf las ik Pietje Bell, de avonturen van Winnetou en Shatterhand en als ik niet las dan speelde ik spelletjes met mezelf, zoals "Mens erger je niet". Dat spel speelde ik soms uren met de dobbelsteen en al de vier of zes kleurenpionnetjes, al naar gelang welke keuze ik had gemaakt. Daarnaast speelde ik treintje met een liniaal, bus met eetlepels en theelepeltjes waren m`n auto`s. Daarnaast was er op Hilversum 1 of 2 iedere zondagmiddag na het nieuws de aankondiging:"Ro Balten presenteert het programma van de Nederlandse Strijdkrachten" en dan hoorde je de Radetzki-mars waar ik altijd van genoot vanwege de melodie die heel uitnodigend opgewekt aanvoelde. Met Sammy van Gelder uit Hengelo, reden we eens tezamen met z`n allen met Maurice, z`n zusje Eveline, Marcel Zilverberg, z`n broertje Egon, Max ten Brink uit Goor, die ik jaren later in 1986 ooit in Jeruzalem, waar hij toen woonde en werkzaam was als gids voor toeristen door Israël met m`n toenzijnde vriendin Rennie Boers heb bezocht, op een zondag middag tezamen naar het Poerimfeest in de feestzaal van de joodse gemeente Enschede. Het was erg gezellig in de auto, want we zongen tezamen met hem joodse liedjes zoals "Hineh ma tov", "Maoz tsoer" en anderen. Op een van die poerimfeesten was een verkleedwedstrijd. Kan me niet herinneren welk jaar het was, maar wel dat ik de eerste prijs won met een speciaal ontworpen pak, door tante Clara. Het was in het wit, compleet met slagerspetje en er waren allerlei belangrijke namen van en voor de Joodse gemeenschap op gecreëerd, waarvan ik zelf toen niet veel begreep. Een naam kan ik me wel herinneren: CEFINA. Dat is de enigste dag in m`n leven dat ik dat pak heb gedragen en gezien.(Een leuke noot: Linda Jongsma, de vrouwelijke wederhelft van m`n broer Eduard, vertelde me dat de foto geëxposeerd staat in de synagoge in de Prinsenstraat in Enschede.).

Toen ik bij m`n tante leefde ging ik eenmaal in de week tezamen met al die jongens die in de auto naar het Poerimfeest gingen inclusief Herbert Spier, wiens vader met groente en fruit op de Hengelose markt stond en Arno Franken, die precies een dag eerder als mij jarig was en wiens broer Leo Franken ook een groente en fruithandel hadden, naar joodse les in het "cheider"(leerruimte) aan de achterzijde van de sjoel die toen aan de Burgemeester Jansemastraat was. We kregen door de achtereenvolgende jaren les van de heer Slagter, de heer Schick en de heer Kuyt, die allen voorzangers waren in de joodse gemeente Enschede, waar een prachtige sjoel is, waar m`n vader en moeder getrouwd zijn. De heer Slagter, is later vertrokken naar Arnhem, had een mooie stem om naar te luisteren. Daarna kwam de heer Schick-een bijzonder aardige man die af en toe bij m`n moeder op bezoek kwam die toen in de Hessenweg 47 woonde, tezamen met z`n vrouw. Hij was degene, die me de "parschje"(stuk uit de Torah) uit Leviticus, leerde laaiende (naar mijn gevoel, zingende-gelezen), op die Sabbath, toen ik tegelijk met Max ten Brink op 26 mei 1962 in Hengelo (O), met de heer Frankenhuis als voorzanger, Bar Mitzvah werd. Nadat we geoefend hadden, moest hij de trein terug naar Enschede halen. Man, wat kon die man rennen maar ik kon hem wel bijhouden en dan nam ik de bus terug naar Delden. Wij hielden de sabbath niet want er was werk aan de winkel. Na het winkelwerk was er altijd de grote schoonmaak en dan in m`n nog jongere jaren mocht ik in de teil zitten met het lekkere warme water. Toen we dan ook voor het eerst een douche kregen was dat dan ook een openbaring. Er kwam tegelijkertijd een grote boiler in de keuken. Ook sliep in in m`n jongere jaren op een opkamertje. In dat opkamertje, vanwaar ik de "dikke" kortere grote kerk net het gouden haantje op de top van de toren kon zien en ieder uur en half uur de tijd hoorbaar was, stonden m`n tante en oom eens aan de rand van m`n bed toen ik, wat ik denk, een nachtmerrie moet zijn geweest, want ik was heel druk bezig wild te zijn met een mooi oud houten scheepje met zijltje dat op m`n nachtkastje stond.

Een andere morgen vroeger heel vroeg werd ik wakker en m`n oom stond bij m`n bed terwijl m`n tante allerlei geluiden maakte die niet prettig klonken en naar wat ik jaren later begreep, een trauma is geweest van beelden die ze toen weer beleefde van haar verschrikkelijke tijd in het concentratiekamp Auschwitz. `k Herinner me altijd haar genummerde tattoo in haar linker binnen-onderarm. Ook al zou de hele wereld zeggen dat het niet waar geweest is(er zijn mensen, die de Holocaust ontkennen)dan is dit mijn getuigenis ten aanzien van onze Schepper. Tijdens een bezoek van vrienden van m`n oom en tante, die bleven overnachten, kwam oom Ben voor een nacht bij mij in het kleine bed slapen. Het ging allemaal net. Hij snurkte behoorlijk en zei in z`n slaap: "Als je niet kunt slapen, trek me maar aan de neus", wat ik nooit heb gedaan maar me naderhand wel aan het lachen maakte. Toen ik hem later vroeg kon hij zichzelf er niets van herinneren. De volgende nacht sliep ik weer goed. Ook kon het gebeuren dat als het vroor, de ijsbloemen op de ramen stonden en de kraan van m`n wastafeltje bevroren was. Een van die winters, op een woensdag met een mooie blauwe lucht, toen ik een van m`n kinderziekten had: rode hond, mazel of de bof en ik me heel erg ziek voelde, liet m`n tante Koperen Ko, de beroemde straat muzikant uit Almelo, die heel toevallig zo omstreeks het middaguur bij ons door de Marktstraat liep, in z`n mooie uitdos met grote trom(die hij jaren later aan Di Stephano, m`n vriend Hans Rutjes heeft gegeven) en accordeon voor m`n raam dat openstond een paar deuntjes spelen, wat me heel goed deed en natuurlijk een hele mooie herinnering is. Op dat opkamertje heb ik ook eens een nacht in pijn gelegen nadat ik op weg op de fiets naar Hengelo, naar ULO Woolde (We gingen altijd met een grote groep scholieren, tezamen iedere dag van Delden naar Hengelo ,nadat we ons respectievelijk om kwart over acht `s morgens en dan weer half twee `s middags in de bocht van de Hengelosestaat bij het Villapark verzamelden om dan gezamenlijk twee aan twee naar Hengelo te fietsen) in de namiddag een val maakte door met de binnenkant van de pols op de rand van het fietspad terecht kwam en dus m`n hand verstuikt had wat me de volgende morgen bij dokter Beusekom deed belanden, omdat onze eigen huisdokter Dr. van Ditzhuisen er niet was. M`n arm kwam in een mitella en dat ging wat later, dus lekker met een arm op de fiets naar Hengelo.

Diezelfde lente zijn we met de klas op schoolreis geweest naar het Slot van Muiderberg. Het was ook in diezelfde tijd dat ik een beugel kreeg bij Dr. Schofaerts, de tandarts met een stem zo doordringend, die wel indruk op me maakte. Z`n assistente was de zuster van Harrie Bruins. Dat was toch iedere keer weer een gebeurtenis. Het bijten in de deeg, dan het aanpassen en dan dat gekke plaatje met ijzerdraad in m`n mond dat van tijd tot tijd bijgeslepen diende te worden, maar hij was een kunstenaar. Om in m`n opkamertje te komen moest ik eerst door de winkel, die meestal al wel gesloten was. Dan door het voorkamertje, dat als kantoor diende en waar een bureautje en telefoon stond. De kelder lag precies onder m`n opkamertje. Toen kwam het moment dat dankzij goede zaken de winkel werd verbouwd, wat betekende dat m`n opkamertje ook een gedeelte van het kantoor werd en ik m`n slaapplaats op zolder kreeg. Wat later kregen we ook een douche, wat toch een hele openbaring was, met de boiler in het kleine keukentje waar tante Clara de scepter zwaaide en waar het altijd gezellig was. Tante Clara kon altijd lekker koken en bakken. `k hielp haar op vrijdagmiddagen als het koud was wel eens met het rollen van die kleine gehaktballetjes tussen m`n handpalmen, die in de lekkere sjabbath-soep kwamen of zat een andere keer te wachten of ik de resten van het beslag mocht genieten van de lekkere boterkransjes die ze maakte. Het was een smal klein keukentje dat lang aanvoelde en waarvan de achterdeur de ingang was. Als je de deur opende dan was je bij wijze van spreken al aan het begin van de eettafel waar we met z`n drieën, later met z`n vieren, zaten. Van tijd tot tijd ging ik in de weekends ongeveer rond vijven naar m`n moeder en Eduard toe. In het begin werd ik, zover ik me kan herinneren, gebracht en door m`n moeder terug gebracht. Wat later werd ik door m`n tante naar het station gebracht in Delden en dan stond mijn moeder op het station in Enschede met m`n broertje te wachten.

M`n moeder woonde in de Veenstraat in Enschede. In feite vlak bij het centrum. Als we op `s zaterdags naar de Hema en de markt gingen, die toen nog op de Ouwe Markt rond de kerk was, dan kwamen we eerst langs het Overschot. Dat was een straat die zoals men dat noemde "doodliep" en waar waarschijnlijk de minstbedeelden woonden. De Veenstraat kwam loodrecht uit op de Gronausestraat, waar het Elderinkshuis stond, dan ging je linksaf en op de volgende hoek was de HEMA, Dan via de Haverstraatpassage naar de markt op de Oude Markt. `k Denk dat ik eerst, totdat ik m`n eerste paspoort kreeg dat Duits was, ook de langere schoolvakanties bij m`n moeder was. M`n moeder woonde in een blok van vier huizen. Daarnaast was slager "De Wit" .Daartegenover woonde de familie van Eerde. Zelf speelde ik met Peter van Eerde, wiens favoriete voetbalclub PSV was. M`n zuster Carla was vriendin met z`n oudere zuster Anneke van Eerde en dan was er nog Liedeke van Eerde. De moeder beheerde een bakkerszaak. Naast m`n moeder, richting stad, woonden Mevrouw Alink Luepp, die in het benedenhuis woonde en boven woonde de familie Mars, waarvan ik met het zoontje speelde. Meneer Mars speelde klarinet bij de politiekapel en als hij dan eens oefende maakte dat veel indruk op me op die mooie lange grote zwarte klarinet met al die zilverachtig ogende toetsen en kleppen die op en neer gingen als hij het instrument bespeelde. Ze verhuisden enige tijd later naar de Spelbergweg. Dan woonde daarnaast de familie Janssen die een wit konijn in een hokje in hun mooie grote tuin hadden. Geke Janssen , hun dochter, zou m`n zuster Carla`s vriendin voor het leven worden. Naast de familie Janssen woonde bakker Snijders, die ook een gezellig bakkerswinkeltje hadden. Schuin daar tegenover was het winkeltje van Aanstoot, een gezellig oud kruidenierswinkeltje. M`n moeder`s huis was het eerste van een rij van vier met twee zijkanten. Wij deelden onze zijkant met de familie Jansen, die naast ons woonden. Er was een ouderwetse divan en daar kon je heerlijk op liggen. In de tijd dat ik een handstand kon maken, liep ik het hele huis wel eens door op m`n handen.

M`n moeder was vaak heel druk met schoonmaken, soms op handen en knieën en dan zag ik haar met wrijfwas de gehele vloer wrijven. Ooit heeft m`n vader, toen hij nog bij m`n moeder was, gastvrijheid gegeven aan z`n hond, die in het grote bed geboorte mocht geven aan jonge hondjes. M`n moeder vond dat niet zo leuk, maar ik wel toen ik het hoorde. Ook heeft m`n moeder wel eens geheel onverwacht bezoek gehad van de Marechaussee, die haar hele huis doorzochten, tegelijkertijd terwijl m`n vader aangehouden was in Groningen voor iets dat met smokkelen te maken had, maar gelukkig wel weer op vrije voeten gesteld. Hij handelde ook met horloges en het eerste horloge in m`n leven heb ik van m`n vader. Het was een Anker-horloge. Nadat m`n vader naar Duitsland vertrokken was kwam hij van tijd tot tijd om m`n moeder van geld te voorzien. Ze waren dus nog getrouwd en in feite verzorgde hij dus twee huishoudens. Het kwam voor mij allemaal wel vreemd over, want ik woonde immers bij m`n oom en tante. Omdat m`n oudere zusters Helga en Carla meer naar hun vader verlangden, wat kwam omdat m`n moeder nogal op m`n vader mopperde, zijn ze op jonge leeftijd bij hem in Duitsland gaan wonen. Als ik op vakantie bij m`n vader was vertelde Helga dat ze als ze wist dat m`n vader zou komen, ze op de stoep op hem zat te wachten. Haar beste vriendin was Ineke Heckel, die met haar ouders aan de Cheribonstraat woonde. Zij was daar kind aan huis. Carla ging, nadat ze haar ULO-diploma gehaald heeft, naar m`n vader. Oom Lex, die met tante Lenie heel gelukkig in Hengelo woonde, ging iedere tussen-de-middag naar Hengelo om thuis te eten. Eens mocht ik met hem mee en zelfs eens bij hun overnachten, omdat mijn toen nog jonge broertje Eduard bij hun was, kon ik zodoende hem ook ontmoeten, wat natuurlijk een feest voor mij was. Nadat oom Lex in de vroege morgen naar Delden was vertrokken mochten Eduard en ik nog even bij tante Lenie, die heel natuurlijk naakt van bovenlichaam was, lekker behaaglijk in bed liggen en dat was heel eerlijk voor het eerst in m`n jonge leven een hele mooie openbaring. Als oom Lex dan tussen de middag thuis kwam, was het liefde op het eerste gezicht. Dan knuffelden ze elkaar en zat tante Lenie bij hem op de schoot. Dat waren van die mooie gelukkige momenten. Soms als ik later naar tante Lenie`s foto`s keek, dan was ze in mijn ogen een filmster net zo mooi als Sissie, Romy Schneider, die in die dagen een filmster was, maar dan in haar eigen persoonlijkheid.

In het midden van m`n lagere schooltijd nam m`n tante me op een woensdagmorgen mee. We liepen langs de overkant van het huis van dokter Lettinga, de oogarts aan de Enschedese straat aan de stadskant net, voor de tunnel, waarover de spoorlijn naar Oldenzaal loopt, waar ik wel eens was geweest vanwege ontstoken ogen. Dit keer gingen we verder langs het huis van Philip de Jong die ik me herinner van Joodse les. We gingen de volgende zijstraat binnen in een groot huis waar een man aan een tafel zat te schrijven. M`n tante liet me daar achter en ik begon te spelen. `k Denk dat ik de gehele morgen gespeeld heb met poppenhuizen en treinen. Na ik jaren later begreep moet het een soort dokter zijn geweest, die mijn gedrag bestudeerde en analyseerde terwijl ik op de grond speelde. Gedurende die jaren stotterde ik heel intensief. Dezelfde dag na het bezoek zo rond het middaguur gingen wij naar het Koningin Juliana Ziekenhuis, wat naar later bleek op die dag officieel geopend werd. `k Weet nog dat we met de bus aankwamen en toen we uit waren gestapt stonden er vele mensen te zwaaien naar een grote zwarte auto die net voorbij ging en ik kon nog net iemand zien terugzwaaien, wat dus onze koningin Juliana moet zijn geweest. Daarna gingen we het ziekenhuis op die grote trappen naar binnen en kreeg ik een injectie. `k Heb nooit precies begrepen waarvoor. Wel dat m`n stotteren later tot het verleden behoorde. Het was ook tijdens die jaren dat je met voetbalwedstrijden met je oor aan de radio gekluisterd zat op zondagmiddag en de vreugde beleefde van "Hup Holland Hup, laat de leeuw niet in z`n hempie staan", dat uit volle borst of in de Kuip werd gezongen of zoals op die beroemde zondagmiddag, in de Hel van Deurne, waar de mannen van Oranje met 9-1 zegevierden over de"Rode Duivels".

Een andere keer kon het gebeuren, tijdens de tijd, dat televisie nog geen gemeengoed was en als er dan een voetbalwedstrijd was en we in Delden op een woensdag de interland Duitsland -Nederland bekeken in Hotel Schuphaus, bij ons in de Marktstraat, maar met stille trom huiswaarts keerden omdat we met 7-0 verloren hadden. Maar het was allemaal wel opwindend. Ook was er een tijd dat ik met een vriend `s zondagsmiddags op de fiets van Delden naar Almelo ging om thuiswedstrijden van Heracles te bekijken. Dankzij een vriend van m`n vader, Walter Susskind, een Sportclub Enschede supporter, een erg vriendelijke man die in Nordhorn woonde, mocht ik eens mee naar de Twentse derby Sportclub Enschede-Heracles. Die zondag ontmoette ik Walter die heel klein was en me aan een "grote dwerg" deed denken, bij de familie Heckel aan de Cheribonstraat. We hadden een plekje op de ere-tribune in het stadion Diekman waar we vlak bij Hennie Mohring zaten, een bekende speler van weleer. De arbiter van die wedstrijd was de welbekende scheidsrechter Leo Horn. Na de wedstrijd, voordat we naar huis gingen, dronken we een kopje koffie bij de familie Baruch, vrienden van Walter waar korte tijd later na de wedstrijd tot m`n verrassing Leo Horn ook voor een bezoekje kwam voordat hij weer naar Amsterdam terug ging.(Toch wel leuk nu ik het besef.). In de overgangsjaren tussen lagere school en ULO werd m`n tante Clara geopereerd in het Juliana ziekenhuis. Er werd wat uit haar bil genomen en in haar vinger gezet, nadat er iets met een van haar middelste vingers was gebeurd. Ze kwam er gelukkig goed uit. Toch had die vinger een nieuwe kromming. Diezelfde tijd kwam tante Lenie in het ziekenhuis. Oom Lex ging iedere dag naar het ziekenhuis. Het mocht niet baten. Tante Lenie overleed. Oom Lex zei altijd. "Ze hebben haar verknoeid". Op de maandag van haar begrafenis was de slagerij, die normaal alleen `s maandag`s morgens open was, gesloten en er was voor mij een opvang met middageten bij Hotel Schuphaus georganiseerd. Het leven ging weer verder met nieuwe veranderingen op komst.

Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder de John Jacks, freesound group The Rabbits, Teach in en Balance. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1998, in Australië.

Auteur:Herman Hanauer
Trefwoorden:Delden, Enschede, Daffodil, Sigarenbandjes, Stoomtrein, Poerimfeest, Bar Mitzvah, Concentratiekamp, ULO Woolde
Personen:Eduard Hanauer, Herbert Spier, Di Stephano, Tante Clara, Leo Horn

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.