image/svg+xml

Deel 11 - Tussen Lingen-Ems en Maas en Waal.

Verhaal

Deel 11 - Tussen Lingen-Ems en Maas en Waal.

Plaatje bij verhaal: header3_9.jpg

Daar zijn we weer aangekomen. In Hengelo had je muziekzaak ter Horst waar je zowel 45 toeren singeltjes als muziekboeken zoals het eerste gitaarboek door Ilja Croon kon kopen. Daarnaast verkocht hij ook de Muziek Expres en de Muziek Parade waar ik me in die jaren iedere keer weer op verheugde. Het was daar, dat ik m`n eerste singeltje "Telstar" van de Tornado`s kocht. De eigenaar was een schoolvriend van tante Clara, met wie ik aan de overkant van de muziekzaak in de lunchroom van de Cosa per gelegenheid van een flesje chocolademelk, met begeleiding van een stukje cake, heb mogen genieten, of zo`n lekker ijsje in een zilver ogend schaaltje met slagroom en rechtopstaande besuikerde driehoeks wafel. Daarna gingen we naar vishandel Misana, aan het marktplein, waar we van die lekkere makreel of schelvis kochten, als er woensdagmarkt was, waar we dan tegelijkertijd weer vers van genoten bij het avondeten, nadat we van het bussenstation aan de voorkant van het stationsplein, de OAD namen. Als we dan soms aan het wachten waren dan kon ik de TET-bussen zien die of richting Enschede of richting Almelo gingen. Hengelo had ook z`n eerste onafhankelijke stadsdienst. De "Ringlijn", die getooid was met een mooie helderblauwe kleur. De namen Henk Aalderink, Wim Pasman, Frans Kragt en Patrick Vrinten flaneren even door m`n hersenen. Klasgenoten op ULO Woolde. 

Aan de Langestraat in Delden was cafetaria de Jong en die verkochten ook aan het buitenloket aan de zijkant die lekkere pakjes Jamin-ijs. Het was toen begin "zestig" allemaal nog erg goedkoop. De vanille-ijsjes, met een papiertje met marine-blauwe letters op een witte achtergrond, kosten een dubbeltje en de chocolade-ijsjes met de donkerbruine letters kostten een kwartje. In Enschede was de Lonneker Ijssalon, precies bij de smalle doorgang, aan de linkerkant tussen de Oude Markt en de bioscoop Alhambra. En dan de ijsco-fietsen met hun tingelingeling. Vlak bij de watertoren in Delden en op de Deldense Es, werd eens een militaire oefening gehouden. Zodoende zag ik eens een helicopter met z`n draaiende propellers dalen en later ook weer opstijgen, op een zomerse vrijdag. Militairen waren een lange lijn aan het uitrollen van zo`n grote ronde klos. Zal wel voor de telefoonverbinding op het veld zijn geweest. Na de Bar Mitzvah ging ik iedere vrijdagavond naar "sjoel". Voor de "minjan"(dienst) zijn tenminste 10 mensen nodig. Na de dienst liep ik wel eens langs oom Lex, die naast garage Bleeker woonde, voordat ik de bus tegenover de Gemeentewerken aan de Deldensestraat terugnam. De pompbediende was "ome" Nol. Hij had altijd zo`n alpinopetje op. Net als oom Ben als ie op z`n Solexje zat in de winter met z`n lange warme leren jas en op zaterdag de bestellingen langs de klanten in Hengelo bracht. Soms ging ik wel eens mee op m`n eigen fiets en dan mocht ik soms de hand op z`n schouder houden en "trok" hij me. Zijn laatste klant was tante Johanna bij de Waarbeek. We dronken daar een lekker warm bakkie voordat we weer gingen. Oom Willem was vaak druk met z`n kanaries. Dan had ie altijd zo`n lange grijze stofjas aan en soms de pijp in de mond. Daarna gingen we terug achterlangs weer naar Delden langs de allerlaatste klant, bakkerij De Haan die gelegen was langs de "hoofdstraat" in Oele met van die ouderwetse kinderkoppen.

Daar kocht m`n oom altijd een stukje Mars voor me. Dat was toen net nieuw en dat was heerlijk en dat deed hij week in week uit. Als hij er dan aan kwam door het smalle zijgangetje bij ons in de Marktstraat dan wist ik al dat m`n stukje Mars er aan kwam. Zomer 1963 zijn we, Jan van Coeverden en ik eens een zaterdag op de fiets naar m`n vader en Helga in Lingen geweest. Dat was een hele belevenis op zich. Ten tijde dat ik bij m`n vader was kwam de familie Heckel uit Enschede eens bij m`n vader op bezoek, speciaal om Helga te bezoeken. Daarvoor was Helga vriendin met Ineke, hun dochter. Ze was in feite "kind aan huis" (net zo als Carla bij de ouders van haar vriendin Geke Jansen die veel voor het Leger des Heils deden) in de tijd voordat ze bij m`n vader kwam. Vader en moeder Heckel waren bijzonder aardige mensen. Ze waren "Jehova`s Getuigen", met het gevolg dat Helga dat ook voor een tijd is geweest, wat m`n vader weer niet zo fijn vond. Hij mopperde wel eens en zei dan: "Wat muszt du doch mit den Krahms". Een van haar vrienden, ook heel aardige mensen, waren de familie Richter uit Lingen die in de oorlog "goed" waren en weigerden te doen wat vele anderen wel deden en dus in het Duitse verzet zaten, waren ook "Jehova`s Getuigen".

M`n vader had van tijd tot tijd verschillende mensen die hem wel eens een dag kwamen helpen op de vrachtwagen voor klusjes hier en daar zoals oud ijzer ophalen bij mensen of koevellen inzouten of zo maar werken in het oude ijzer rond de barak waarbij ze dan ook een goede zakcent verdienden. Daarnaast gaf m`n vader hun ook altijd goed te eten onderweg. Een van die helpers was Walter Geessen, een oude schoolvriend van m`n vader. Ze spraken dan ook echt dat landelijke plat van die omgeving. M`n vader was leuk in "nonsense"-humor en rijmen op nonsens. Zo zei hij keer op keer tegen iemand anders op woensdags in het Duits: "Vandaag is het daar en daar om twaalf uur in de middag groot feest". Die persoon, nieuwsgierig geworden, vroeg dan over het hoe en wat en dan kwam er zo heel droog uit: "Om 12 uur wordt de week in tweeën gedeeld.", dan had hij z`n eigen rijmpjes zoals: "Lingen aan de Ems is zoals Londen aan de Thems" en eentje waar de omliggende dorpen van Lingen in voorkomen. "In Ramsel, Bakkum, Munnigburen, doot de Schwiene met de Meese kuurn",(waarin de varkens hun windjes doen). Een andere man, die bij m`n vader werkte was Jurganz. Hij mopperde nogal veel. Hij was in 1945 gevlucht vanuit Pommeren en kon juist voordat de Russen binnenkwamen naar het westen komen. Toch kon hij ook wel vriendelijk zijn en dan was er Jurgen Wollosin. Een nogal jonger iemand die ergens uit Polen kwam, een lach op z`n gezicht had en een heel vriendelijke stem had. We kwamen wel eens bij hem thuis. Z`n vrouw, die Duitse was, had een diepe stem. Het was er wel donker in huis en het klonk er hol als de zwart-wit televisie aan was. De laatste man van de mensen die bij m`n vader werkte was Schnieders die als vast beroep cipier was in de "Lingener Strafanstalt", wat een behoorlijk grote gevangenis was met een lange muur er om heen. Soms werkte hij wel eens `s morgens bij m`n vader en dan verkleedde hij zich in z`n groene uniform met pet.

Eens brachten we hem naar z`n werk, met z`n fiets achter in de laadbak van m`n vader`s Opel-vrachtwagen en zetten hem daar voor de ingang af. M`n tante en oom hebben me een keer aan het begin van een vakantie naar m`n vader gebracht. Toen we met het groene Dafje bij de grens arriveerden en de Duitsers met hun uniformen met hogere petten zagen vroeg ik me toch wel af, wat er door m`n tante heen ging, na wat ze allemaal door heeft gemaakt, want er waren ook wel mensen die nooit meer naar Duitsland wilden. Die dag zijn oom Ben en tante Clara via Schoonebeek, dus met een bocht, weer teruggereden. M`n tante had familie in Rumpt in de Betuwe. De familie van Straeten waren oudere mensen. Hun zoon heeft ooit eens voor zaken in de buurt bij ons overnacht. Een tijd daarna zijn tante Clara en ik met de trein bij meneer en mevrouw van Straeten op bezoek geweest. Het laatste gedeelte was per bus over een hele smalle dijk. Het huisje waar ze woonden en waar wij overnachtten, lag zo net diep tegen de dijk aan. Hun zoon was een beetje aan het mopperen tegen z`n ouders. De volgende morgen heb ik eventjes klem gezeten onder een grote rol zijl die vallende was. `k Denk dat dat hun handel was want er waren meerdere rollen. Die morgen verraste m`n tante mij op een tochtje naar het kasteel Loevestijn bij Woudrichem. Het ligt daar zo mooi midden tussen de Maas en de Waal met z`n rijke historie. Het was ook leuk op het bootje in de wind. Wat een water, daar in het land van Maas en Waal, waarbij in een keer een strook van het prachtige lied "Het land van Maas en Waal", en daar ergens over de bergen in de gouden zon, speelt het blikken harmonieorkest in een grote regenton, enzovoort. Nu die Boudewijn de Groot, die ook met de tekstschrijver Lennaert Nijgh tezamen heeft gewerkt, heeft ook met "Hoe sterk is de eenzame fietser", toch echt wel een diepe indruk op me achtergelaten in de jaren die zouden volgen.......

Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder de John Jacks, freesound group The Rabbits, Teach in en Balance. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1998, in Australië.

Auteur:Herman Hanauer
Trefwoorden:45 toeren, Muziek Expres, Muziek Parade, Tornado`s, Solexje, Waarbeek, Zomer 1963, Koevellen, Dafje, Kasteel Loevestijn, Maas en Waal
Personen:Lennaert Nijgh

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.