image/svg+xml

Deel 10 - Van Bar Mitzwah tot Beatles en warme broodjes...

Verhaal

Deel 10 - Van Bar Mitzwah tot Beatles en warme broodjes...

Plaatje bij verhaal: header3_8.jpg

Carla ging de weekends naar m`n vader en Helga in Lingen. Eduard was nog bij m`n moeder en ik genoot iedere keer weer om naar hun toe te gaan. 26 mei 1962 was de dag van mijn Bar Mitzwah, wat zoon van de dienst betekent. Om heel eerlijk te zijn, ik ben niet echt vroom in de joodse gebruiken, houdt zelfs de sjabbath niet echt. Ben wel echt vol vertrouwen in de Almachtige Schepper, van wat was, is en altijd zal zijn. Er zijn tijden geweest dat ik het joods zijn in een later tijdsbestek wel spontaan intens orthodox begon te beleven maar dat eindigde even spontaan als het begon. Op die dag kwamen we als familie "misjpoge", vanuit drie verschillende richtingen naar de "sjoel" in Hengelo. Wij, tante Clara oom Ben en ik kwamen vanuit Delden. M`n vader, Helga en Carla kwamen vanuit Lingen en m`n moeder en Eduard kwamen vanuit Enschede. 

Het was een klein sjoeltje. Aan de ene kant waren de mannelijke bezoekers en aan de andere kant de vrouwelijke bezoekers. De heer Frankenhuis, de voorzanger, was een bijzondere man. Het "HOGE" straalde altijd door hem als hij in zijn devotie, in goede vibratie ten aanzien van onze nederigheid als humane wezens ten aanzien van onze Schepper, de gebeden zong. Hij en m`n tante Clara hebben elkaar van jongs af aan gekend. Ze gingen tezamen naar school, speelden tezamen, etc. Een synagoge of sjoel is altijd zo gebouwd, dat er gebeden wordt richting Jeruzalem, waarvan de vertaalde betekenis "er zal vrede zijn"(komen) is. De gebedsrollen staan in het "Aron-ha- Koudesjh", de "Heilige Ark". Als er een Tora-rol wordt uitgehaald, wordt de rol zingend naar het "biema" ,"almemmor" (hiervoor heb ik wel eventjes gespiekt ter herinnering), alwaar ter plekke voor de Allerhoogste gezongen wordt en dat mocht ik doen, op mijn speciale dag. Op die dag las, laaiende ik een stuk uit Leviticus. De "talliet", het gebedskleed heb ik van m`n vader gekregen. (`k Weet nu niet meer waar het is) Het was een prachtig moment met het "keppeltje" op en het gebedskleed om. Het kwam over je. Het gebeurde door je. Na de dienst werden we gefeliciteerd want Max ten Brink uit Goor (zoals hij het later in 1986 bij m`n bezoek aan hem in Jeruzalem zei: "Het was de mooiste dag in m`n leven") werd tegelijkertijd Bar Mitzwah. We feliciteerden elkaar. Je was nog zo pril. Wat wist je van deze wereld? Je beleefde ieder moment zoals het was, is en nog altijd zult doen. Ieder moment is een genade van het in leven mogen zijn. Na de tijd was er een dubbele receptie. Allemaal door m`n tante georganiseerd tezamen met de ouders van Max ten Brink in Hotel-restaurant Nationaal aan het Burgemeester Jansema-plein, met lekker gebak. Zo genoot ik intens van m`n favoriete gebakje, de "gember-bolus", die je niet overal kon kopen. Er zijn ook foto`s gemaakt ter herinnering van die dag. Een foto van m`n vader, Helga, Carla, Eduard en ik. Er is een andere foto van m`n moeder, Eduard en ik, die op een andere dag gemaakt is.

Na de receptie gingen we allemaal onze eigen weg terug. `k Had vele cadeautjes gekregen, waarvoor nogmaals m`n hartelijke dank aan iedereen, waaronder veel boeken. Oom Bernard, m`n vader`s broer, stuurde ook een speciale gelukwens en wat Amerikaanse dollarbiljetten, wat voor mij weer een hele belevenis was met die beeltenis van George Washington er op. Van de heer Frankenhuis, de voorzanger, heb ik het boek Jom Jom gekregen. Een boek dat alles uit de doeken doet over de achtergrond van het joodse geloof, de geschiedenis van het joodse volk en de verhoudingen tot de andere geloven. Mijn tante en m`n ooms waren altijd heel trots en dankbaar dat de staat Israël bestaat, die dankzij democratisch stemmen van de Verenigde Naties in 1948 werd opgericht. Jaren later heb ik eens in de bibliotheek nagepluisd hoe vaak Israël, de Arabische landen uitgenodigd heeft voor vredesgesprekken en hoe lang geleden. Eindelijk was er een plek voor het joodse volk, speciaal na het overleven van de Holocaust. Ook kwam mij ter ore dat wanneer de SA door de straten marcheerde, ze "Wenn Judenblut vom Messer schpritzt, dann wird alles wieder gut" zongen, waarin het vergieten van joods bloed bejubeld werd. We gingen wel eens op de fiets over de grens. Zo kan ik me herinneren in 1965, dat als men lang haar had, dat de mensen op straat hun nek wel eens omdraaiden. Dat was toen wel eens gevoelig voor mij vooral net over de grens. Dan kwam er een beeld voor m`n ogen van de "keurig" kortgeknipte nazi's die het leven van anders uitzienden en denkenden onderdrukten en werd ik heel trots en rebels daar op die fiets met het ondersteunende rebelse gevoel dat me dan deed denken de eerste tonen van "The best things in life are free", van "Money" van The Beatles met John Lennon`s stem die met z`n mooie persoonlijke rauwe stemgeluid het opstandige bij me teweeg bracht. Net zoals de heerlijk snerpende beginnende gitaarsolo’s van de Rolling Stones-uitvoering van "I wanna be your man", gepaard gaande met de visuele beelden van hun haardossen en dat gaf je echt kracht. Precies die kracht die je nodig had op zo`n moment. Persoonlijk ben ik wel heel dankbaar dat de staat Israël bestaat, ook beseffende dat, nadat ik in de hedendaagse tijd op het internet op de Startkabel van Nederland, op de landenpagina van Israël kon lezen en video`s zien van Palestijnse televisiestations die vorig jaar, dus in 2007, nog steeds televisieprogramma’s uitzonden waarin mensen werden aangemoedigd om joden te vermoorden.

M`n broer, Eduard Hanauer, zegt het zo mooi in een van zijn songs, "Ieder mens heeft het goede en het kwade in zich. Ieder wenst zich van de beste kant te laten zien. Iedere lens ziet het zijne en is verder blind, maar de kunst is om dat alles te doorzien". "Imagine". Ja, de hoop blijft altijd, dat alle volkeren in vredige co-existentie naast elkaar mogen leven. Toen ik later op een donderdagavond in 1978 voor het eerst uit een EL AL vliegtuig, zo rond zevenen, na behouden aankomst in de avond, van de vliegtuigtrap afgedaald te zijn, m`n eerste stappen had gedaan op het vliegveld Lod, nu vliegveld "Ben Goerion" bij Tel Aviv, gebeurde er iets spontaans in m`n blijheid onder het lopen naar de aankomsthal, ik kuste de grond in dankbaarheid. `k Ben eigenlijk best emotioneel, terwijl ik dit schrijf op 25 april 2008, want het is net "ANZAC-day", een gezamenlijke Australische/Nieuw Zeelandse herdenking in Australië, net zoals in Nederland de 5e mei herdenking voor degenen die het leven lieten voor het welzijn van anderen en voor al diegenen die slachtoffer werden van ongerechtigheid. De dag na de Bar Mitzvah gingen wij met tante Roza ter Beek lekker uit eten naar een familielid van de familie Groenhijm, die een restaurant in Doetinchem had. We waren daar nog nooit geweest en we kenden die tak van de familie helemaal niet dus dat was eigenlijk heel bijzonder voor mij om voor het eerst te eten in een restaurant van familie. We hebben nooit meer contact gehad na de tijd. Dat was dus een eenmalig gebeuren en het leven ging weer verder. Carla heeft in die tijd een ontstoken vingernagel gehad, met het gevolg dat die vinger werd geamputeerd. Gelukkig kon ze haar baan bij boekhandel Broekhuis behouden. M`n moeder ging wel eens naar Harrie Hogeweg, het gezellige schoenmakertje op het Hogeland. In de Hessenweg had m`n moeder een aardige buurvrouw, mevrouw Reynaldus. Dan kwam er een meisje bij m`n moeder die heel spontaan was en die me spontaan wel eens een knuffel gaf. Ze hield van m`n moeder`s pianospel en was vol passie. Haar naam was Merie. Van Eduard`s schoolleven weet ik dat hij naar de kleuterschool "Klein duimpje" ging.

Over zijn eerste lagere school weet ik niet veel. Nadat Eduard een paspoort had gekregen, ging hij wel eens mee voor een weekend met Carla naar Lingen. Mijn moeder ging verhuizen van de Hessenweg 47, naar Acaciaplantsoen 43. `k Weet nog goed dat Eduard verjaardag had en dat was net nadat m`n moeder verhuisd was. Eduard ging vanaf dat moment naar de Stevenfenne school. Totdat Carla hem voor een vakantie ophaalde, aldus m`n moeder. M`n moeder was behoorlijk verwonderd waarom er "zoveel" kleren in Eduard`s koffer werden gepakt. Op de maandag, dat Eduard weer terug zou moeten zijn voor het schoolbegin, was er geen Eduard, wat m`n moeder heel treurig heeft gemaakt. Van m`n vaders kant was er besloten dat Eduard beter daar zou kunnen blijven. Zelf bleef ik m`n moeder bezoeken en ik herinner me een mooie zondag in de daarop volgende lente, dat ik op de fiets bij haar was en dat we op een zondagmorgen, langs de van Heutzstraat naar de rand van Enschede reden en daar lekker ergens langs de wei een deken hebben uitgespreid en van het kijken naar de koeien hebben genoten. Op ULO Woolde kregen we zwemles op zwembad Het Tuindorp, waar we iedere keer van school naar toe fietsten. Delden had een mooi zwembad. Het zwembad "De Mors" was op een hoogte gelegen. Als je op de Vossenbrink was en je ging links voorbij de oprit naar het Twentekanaal en dan weer de volgende weg links, dan was het een kleine honderd meter verder, waarna de straat met kinderkoppen na een kleine honderd meter omhoog ging en in een kiezelig zandpad veranderde. Boven aangekomen ging het pad rechtsaf en een bochtje naar links en dan liep er een pad naar beneden, waar de ingang van het zwembad was. Door de poort gekomen, als je je dan omdraaide, waren aan de linkerkant de dames en aan de rechterkant de badhokjes voor de heren. Het bad lag daar als een mooi groot vierkant water, omgeven door grasbodem die langzaam omhoog liep. Aan de badhokjeskant was de steiger met duikplank en het diepe. Ooit ben ik per verrassing door iemand van achteren aangeduwd, terwijl ik nog nooit in het diepe was geweest, maar omdat ik zoveel gekeken had bij de zwemtrainingen van m`n zuster Helga in Lingen, zwom ik zo weg na weer boven gekomen te zijn.

In het zwembad was ook een mooi vierkant houten vlot. Het was altijd zo heerlijk om daar op te klauteren vanuit het water en dan het water weer ingesprongen. Daar op het grasveld draaiden we ook onze eerste shagjes. Het was zo rond de zomer 1963. Soms kochten we tezamen een pakje Samson en mmm, dat was zo lekker, met dat mooie plaatje van die leeuw er op. Buiten het zwembad had je een wei met stroomdraad. Het was niet dodelijk maar wel behoorlijk sterk. Af en toe hield je je hand om dat draad en kon je de stroom door je heen voelen. `k heb dat maar een paar keer gedaan. Op ULO Woolde hadden we op dinsdag en donderdagmiddag`s vrij. Dan gingen wij, Jan van Coeverden, Wim Hietbrink en soms wat meer jongens, wel eens op de fiets van Delden naar vliegveld Twente om naar oefeningen te kijken. De "Starfighters" waren toen net nieuw en dan gingen we daar waar ze opstegen, aan het eind van de startbaan en dan kon je je oren wel dichtstoppen want ze raasden over je heen en we konden heel duidelijk de wielen zien. Dan vlogen ze een paar rondjes en kwamen weer terug maar ondertussen stegen er weer nieuwen op. Het was wel indrukwekkend. In de terugweg gingen we wel eens langs Luttikhuis aan de Oldenzaalsestraat. Die hadden een mooie speeltuin waarvan de kleurencombinaties ook helderrood en hemelsblauw waren. Er waren van die stalen hoepels die ter breedte van schouder tot schouder waren met een hangende schommelzitting er in. Er waren twee van die hoepels. Je kon naargelang je zelf wilde, je voeten bewegen zodat je achterwaarts of voorwaarts in een grote cirkel omhoog ging en dan weer naar beneden, met speciale handvaten naast je ter schouderhoogte. Man, dat was een feest op zich. De allereerste keer, dat ik een sigaret rookte was in de zomervakantie van 1963, toen ik bij m`n vader op zomervakantie ging. M`n vriend Wolfgang kwam in z`n schoolvakanties af en toe bij z`n oma en opa op bezoek. Ze woonden dicht naast m`n vader in die zin dat ze vanuit hun appartement, vanuit hun achterkant, de voorkant van m`n vader`s woongelegenheid konden zien.

Op een goede namiddag liet Wolfgang me een Duitse Mark zien, die hij gevonden had en hij zei enthousiast: "Zullen we daar sigaretten voor kopen?" en ik vond dat goed. We hadden ook lucifers en nadat we het pakje HB sigaretten met filter, wat ondeugend ook wel Hannelore Bustenhalter werd genoemd, waarvan de achternaam BH betekent, hadden gekocht, zochten we naar een plaatsje om daar van te genieten maar we mochten niet gezien worden. De gelegenheid bood zich snel aan. Er stond een houten kast met twee openstaande deuren, waar we allebei net op de hurken in pasten, aan de voorkant van de groene houten barak. Daar gingen we in en staken onze eerste sigaret aan. Het duurde niet zo lang want Wolfgang`s oma zag rookwalmpjes uit de kast komen en telefoneerde m`n vader en dat was het einde. Lingen had ook een mooi zwembad. Het was aan de Gelgoskenstiege en dan helemaal door langs de kazernes van de Bundeswehr. Het lag er mooi. Je kon ook lekkere ijsjes kopen daar. M`n zuster Helga hield van zwemmen en was dan ook lid van de zwemvereniging "Blau Weiss" waarvan Karl Heinz Borner, die een juwelierszaakje aan de Rheinerstrasze had waarin hij hoofdzakelijk horloges repareerde en verkocht, voorzitter was. Er werd regelmatig getraind. Helga was een goede zwemster en werd dan ook eens kampioen krouwel van Niedersachs wat ter vergelijking net zo groot als Nederland is. Haar vriendin Sunhild Strickrodt werd ook kampioen in vlinderslag. Er was een romance tussen trainer Bentschke en Sunhild. Of ze getrouwd zijn weet ik niet. `s Winters werd er getraind in het overdekte zwembad van Nordhorn, waar Joachim Kuppers, toen kampioen van Duitsland, woonde en trainde. In de Lookenstrasze die in het verlengde van de Lindenstrasze richting stad lag, gingen we in de morgen altijd "Brotchen" halen. We haalden zowel, harde als zachte en die waren nog zo lekker warm. Er waren twee bakkers vlak naast elkaar om een hoek. De ene was bakkerij Lohren en de andere was bakkerij Kemper. We gingen naar allebei. Soms haalden we ook wel eens midden op de middag wat lekkers zoals Kasekuchen. Schuin tegenover die bakkers was het kleine kruidenierswinkeltje van Frau Kruger, een vriendelijk ouderwets vrouwtje met haar witte schort, grijs haar in een knotje en een brilletje met ronde glazen. Bij haar heb ik de "fruit and nut", Cadburry- chocolade leren kennen waarvan ik dacht dat het oorspronkelijk uit Engeland komt maar later heb gehoord dat het oorspronkelijk uit Australië komt. Het is uiteindelijk m`n favoriete chocolademerk geworden. Weer wat later heb ik die Cadbury-chocolade ook bij de speciaalzaak van "Hamburg" in de Nieuwstraat in Hengelo gevonden. Zo zie je maar weer dat we in mijn levensverhaal werkelijk van de hak op de tak gaan. We wippen voorwaarts en achterwaarts van plaats tot plaats, van tijd tot tijd, van hier naar...  

Terug naar INDEX

Herman Hanauer is geboren in Enschede en heeft z’n jeugd wisselend doorgebracht in Enschede, Lingen (Duitsland) en Delden. In de zestiger en zeventigerjaren maakt hij deel uit van diverse bands waaronder de John Jacks, freesound group The Rabbits, Teach in en Balance. Na vele omzwervingen, door heel Europa, vestigt hij zich, in 1998, in Australië.

 

Auteur:Herman Hanauer
Trefwoorden:Bar Mitzwah, Tora-rol, The Beatles, Moeder`s pianospel, Stevenfenne school, ULO Woolde, Starfighters, HB sigaretten, Cadburry- chocolade, Kasekuchen
Personen:Helga, Carla, Eduard, Groenhijm

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.